Yes! Lekker rekenwerk in een industriële omgeving. Dus: prijs- en efficiency-verschillen, dit keer met de inzet van een machine. Hordijk laat nog een keer uitgebreid het gebruik van een machine-uurtarief zien. Probeer de theorie en het rekenwerk volledig te volgen.
Tag: Machine-uurtarief
Omkeervraag verschillen in de industrie
Nou … ook de titel van dit bericht zegt genoeg, toch?
Doe je best. Ja hoor, dat vermaledijde machine-uur-tarief komt uitgebreid aan bod.
Fijne toets- en examenstof, ook voor jou!
Resultaten – met machinekosten
Het is voor veel examenkandidaten een HEEL lastig stukje theorie-met-rekenwerk, en eerlijk is eerlijk: ik moet zelf ook altijd goed nadenken wat ik doe, als ik bezig ben met een opgave (uit een oud examen, of als ik zelf iets heb verzonnen) waarin de specifieke kosten van een machine zijn verwerkt.
Maar dan toch, of juist dan: terug naar basis, houvast zoeken in zo eenduidig mogelijke begrippen, oefenen, puzzelen en uiteindelijk het licht gaan zien. Doe je best aan de hand van het bijgaande PDF-je, opgesteld naar aanleiding van een voorbeeld uit de les van 28 september 2017, waaraan voor de zekerheid het eerder uitgereikte memorandum is toegevoegd. Succes weer!
Toetsvraag verschillen industrie
Altijd lastig, maar als je het eenmaal hebt begrepen, dan is geen toets- of examenopgave over dit onderwerp voor jou nog (te) moeilijk. In het filmpje gaat Hordijk stap-voor-stap door een vraag met diverse verschillen (of ook: resultaten) in een industriële omgeving. Prijs- en efficiency, bezetting, verkoop, deel-budgetresultaten, via het verkoopresultaat aansluiting met het bedrijfsresultaat, waarbij we werken met een machine-uurtarief dat is opgebouwd uit een deel voor de constante en een deel voor de variabele kosten.
Van harte aanbevolen. Pak de toetsvraag er uiteraard bij (te benaderen via de link hieronder) en bestudeer voor het machine-deel (nogmaals) het bijgaande memo. En weet: oefen ook ‘andersom’, dus vanuit idee: het budgetresultaat op de lonen is € x, het prijsresultaat is € y, hoeveel arbeid is er dan kennelijk ingezet? Maak en deel je eigen tegenvragen!
Toetsvraag verschillen industrie
20 maart 2017 – Resultaten op machinekosten – in schema
Resultaten op machinekosten – in schema
Drie memoranda!
Om tureluurs van te worden, dat gereken met constante en variabele machinekosten, waarbij je (toch) steeds net het verkeerde uitgangspunt neemt. Wie weet kom je ‘definitief’ verder op basis van het bijgaande memo. Resultaten (of verschillen), toegelicht in woorden, opgenomen in een schema.
20 maart 2017 – Resultaten op machinekosten – in schema
Besteed er een extra uurtje aan en neem het memo door in samenhang met het uitgebreide PDF-document van 7 februari 2017, dat je (ook) via de link hieronder kunt oproepen.
7 februari 2017 – Constante en variabele machinekosten
Voor gebruikers van de methode van Stoffels: zie tenslotte het memo, dat je via de link hieronder in beeld krijgt (en kunt downloaden). Je ziet twee opdrachten uit ‘De Industrie’ uitgebreid uitgeschreven.
18 september 2016 – Massaproductie (twee opgaven)
Succes!
Constante en variabele machinekosten
Ben jij nog wat onrustig onder gereken met diverse machinekosten (uurtarieven, constante en variabele kosten en resultaten op efficiency, prijzen en bezetting, al dan niet optellend tot een budgetresultaat)?
Dat is hopelijk voorbij als je het bijgaande memo regel-voor-regel en stap-voor-stap hebt doorgenomen. En ja, dat kan je zomaar een paar uur kosten. Examen doen is topsport bedrijven, dat zal je inmiddels weten. Doen, dus!
Met dank aan Uitgeverij Van Vlimmeren en hun methode Management en Organisatie in Balans: in het memo zie je twee daaruit overgenomen opgaven (naast een zeer relevante examenopgave). Succes!