Resultaten – met machinekosten

Het is voor veel examenkandidaten een HEEL lastig stukje theorie-met-rekenwerk, en eerlijk is eerlijk: ik moet zelf ook altijd goed nadenken wat ik doe, als ik bezig ben met een opgave (uit een oud examen, of als ik zelf iets heb verzonnen) waarin de specifieke kosten van een machine zijn verwerkt.

Maar dan toch, of juist dan: terug naar basis, houvast zoeken in zo eenduidig mogelijke begrippen, oefenen, puzzelen en uiteindelijk het licht gaan zien. Doe je best aan de hand van het bijgaande PDF-je, opgesteld naar aanleiding van een voorbeeld uit de les van 28 september 2017, waaraan voor de zekerheid het eerder uitgereikte memorandum is toegevoegd. Succes weer!

1 oktober 2017 – Resultaten met machine

Omkeervraag verschillen industrie

Als je alle basisgegevens krijgt, dan kan jij inmiddels de diverse componenten van een budgetresultaat en het verkoopresultaat uitrekenen, toch? Maar … kan je het ook ‘andersom’, wat op een examen veel voorkomt (om te kijken of je het echt begrijpt, als kandidaat voor een VWO-diploma)?

Kijk, schrijf, puzzel, reken en concludeer mee op basis van bijgaand filmpje. Als vaker: het betreft een in de klas verzonnen voorbeeld. Doe je best, het is heel belangrijke materie.

 

Toetsvraag verschillen industrie

Altijd lastig, maar als je het eenmaal hebt begrepen, dan is geen toets- of examenopgave over dit onderwerp voor jou nog (te) moeilijk. In het filmpje gaat Hordijk stap-voor-stap door een vraag met diverse verschillen (of ook: resultaten) in een industriële omgeving. Prijs- en efficiency, bezetting, verkoop, deel-budgetresultaten, via het verkoopresultaat aansluiting met het bedrijfsresultaat, waarbij we werken met een machine-uurtarief dat is opgebouwd uit een deel voor de constante en een deel voor de variabele kosten.

Van harte aanbevolen. Pak de toetsvraag er uiteraard bij (te benaderen via de link hieronder) en bestudeer voor het machine-deel (nogmaals) het bijgaande memo. En weet: oefen ook ‘andersom’, dus vanuit idee: het budgetresultaat op de lonen is € x, het prijsresultaat is € y, hoeveel arbeid is er dan kennelijk ingezet? Maak en deel je eigen tegenvragen!

Toetsvraag verschillen industrie

20 maart 2017 – Resultaten op machinekosten – in schema

 

Memo productie-onderneming – oktober 2015

Voor iedereen die (nog) moeite heeft met verschillen-analyses in de industrie (efficiency-prijs-bezetting, enzovoorts): ploeter je woord-voor-woord en bedrag-voor-bedrag door bijgaand voorbeeld heen. Oefen en heroefen met de begrippen, uitgangspunten en formules die je nog niet helemaal in de vingers hebt, totdat je de stof in kwestie echt ‘vierkant-rond’ begrijpt. Succes!

28 oktober 2015 – Massaproductie